Onze website heeft een nieuw jasje! Lees hier meer over de veranderingen.

Interview

Michiel van Erp over Niemand in de stad: 'Ik dacht: zo boodschapperig ben ik niet, maar eigenlijk ben ik dat wel'

Michiel van Erp, één van de grootste documentairemakers van Nederland, heeft op zijn 54ste zijn eerste speelfilm gemaakt. We praatten met hem over infiltreren bij het studentencorps en zoeken naar realisme.

Fotografie: Iris Duvekot

Philip is student geschiedenis en zit bij het Amsterdams studentencorps. Hij is al veel te lang samen met zijn brave vriendinnetje van de middelbare school en woont in een corpshuis dat Het Weeshuis heet. Hij mist iets. Zijn vriend Jacob draagt altijd een coltrui, rookt sigaretten tijdens het pianospelen en oreert graag over Het Leven. En dan heb je Matt: een knappe wildebras, een schaamteloze rokkenjager, die koste wat het kost niet in de voetstappen van zijn vader wil treden. Philip, Jacob en Matt zijn personages uit het boek Niemand in de stad van Philip Huff én de gelijknamige film van Michiel van Erp, maar het hadden zo drie jongens uit je eigen vriendengroep kunnen zijn.

Tip van Lauren

Niemand in de stad

Het speelfilmdebuut van documentairemaker Michiel van Erp (Pretpark Nederland). Over een groep Amsterdamse studenten.

Niemand in de stad is het speelfilmdebuut van Van Erp, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en verteller van onalledaagse alledaagse verhalen des Nederlands. Met documentaires als Pretpark Nederland (2006) en I Am a Woman Now (2011) hield hij ons een soms vrolijke, soms pijnlijke maar altijd eerlijke spiegel voor. Al meer dan 25 jaar struint Van Erp stad en land af op zoek naar bijzondere, doodnormale mensen. En ja, door zijn lens bekeken zijn óók Erwin Olaf, prinses Beatrix, Gordon en Ramses Shaffy dat. In 2014 maakte Van Erp voor het eerst de sprong van documentaire naar fictie, met de serie RAMSES. ‘Dat ging me eigenlijk best goed af,’ lacht hij als we hem in de Hallen in Amsterdam spreken over Niemand in de stad, een bijzonder, doodnormaal verhaal over vriendschap in de arena van het corporale studentenleven. 

Er hangt al zo’n zweem van romantiek over dat corporale studentenleven

Je bent zelf van een andere generatie dan Philip en zijn vrienden, maar toch voelt de film nergens nostalgisch.
‘Ik wilde juist voorkomen dat het een nostalgische film zou worden, of een opgetilde werkelijkheid. Er hangt al zo’n zweem van romantiek over dat corporale studentenleven. Die romantiek moet je helemaal niet mee willen nemen. Ik heb er met de acteurs hard aan gewerkt om dat realisme te behouden, in het spel, in het reageren op elkaar. Ik heb ze ook nooit helemaal vastgehouden in scènes, zo van ‘jij gaat nu zó staan en dan met je kopje zo’. Nee hoor, flikker op, kijk jíj maar hoe jij je kopje vasthoudt. Ik wil dat het gevóel klopt.’

Dat gevoel zit hem ook in de locaties. Jullie hebben in echte studentenhuizen opgenomen, maar die zijn toch super exclusief? Hoe ben je daar binnen gekomen?

‘Door het gewoon te vragen. Het boek is natuurlijk populair onder studenten. Alleen de sociëteit is niet die in Amsterdam, maar in Utrecht. Er zitten ook echte studenten in de groepsscènes, die vonden het leuk om mee te doen. Ik laat me liever verrassen door een locatie dan dat ik ‘m zelf helemaal heb opgezet.’

Hij komt er achter dat er niets gebeurt als je niets zegt

Studentenverenigingen zijn de afgelopen jaren vaak negatief in het nieuws geweest, maar Niemand in de stad lijkt daar niet echt een standpunt over in te nemen.

**‘**Nee, omdat de film eigenlijk over vriendschap gaat. Ik wilde niet laten zien wat voor misstanden er bij het corps zijn, daar zijn al reportages en documentaires over. Niemand in de stad gaat daar helemaal niet over. Of vind je dat ik dat wel had moeten laten zien?’

Nee, ik vond het juist verfrissend dat je iets anders dan alleen dat negatieve laat zien. Als de film dan halverwege een switch maakt van een geïdealiseerd studentenleven naar een kritische blik is dat juist extra sterk.

‘Het begin van de film is heel erg geconcentreerd op het neerzetten van het corps en van de onderlinge verhoudingen. Vandaar ook dat Het Borrelnootjesspel in de film zit, waardoor je als kijker snapt over wat voor soort jongens we praten, wat zij grappig vinden en hoe ze elkaar afkatten. Zó zit die apenrots in elkaar. Maar daarna moet de film gaan lopen en die switch heeft te maken met het feit dat Philip besluit dat hij iets moet gaan dóen, dat hij wél tegen Matt moet zeggen dat hij naar zijn vader toe moet. Hij komt er achter dat er niets gebeurt als je niets zegt, dat je soms je stem moet verheffen om iets voor elkaar te krijgen. Vanaf dat moment staan de jongens opeens recht tegenover hun ouders. Dan klapt de boel in elkaar.’

Wil je jongeren iets meegeven?

‘Ik dacht: zo boodschapperig ben ik niet, maar eigenlijk ben ik dat wel. Ik wil toch inspireren. Al is er maar één iemand die door deze film geïnspireerd raakt om het leven bij de kladden te pakken. Die bij zichzelf denkt: hé, waarom heb ik mijn beste vriend nooit dit of dat gevraagd? Je moet mensen wel raken met wat je maakt. Dat is je basisdoel.’

Alsof je, als je documentairemaker bent, je nooit meer iets anders kunt doen

Door de film heen zitten steeds stille portretshots van de personages.

‘Ja, wat vond jij daarvan?’

Eerst dacht ik ‘huh?’, maar gaandeweg kreeg ik een fijn fotoboek-gevoel.

‘Dat is heel mooi, wat jij nu zegt. Het ís ook eigenlijk een fotoalbum van je studententijd. Ik wilde de werkelijkheid laten zien en toen dacht ik: hoe zou het zijn als de acteurs je letterlijk aankijken? Dan is er opeens direct contact, en ook weer dat realisme.’

Is dat dan toch die documentaire-blik?

‘Ik vind het altijd een beetje jammer als mensen zeggen: oh, dat komt omdat jij documentairemaker bent. Dan denk ik: nee, ik ben gewoon een máker. Ik maak iets op gevoel en dit voelt goed, dus dan doe ik het zo. Alsof je, als je documentairemaker bent, je nooit meer iets anders kunt doen. Wat een onzin. Ik kan heus wel drama regisseren. Dit is de tweede keer dat ik het doe, maar het ziet er best goed uit, toch?’

Niemand in de stad gaat op 27 september in première op het Nederlands Film Festival. Vanaf 4 oktober is de film te zien in Cineville. De film draait ook tijdens De Nederlandse Filmnacht op 28 september in Het Ketelhuis, LUX, Filmhuis Den Haag, LantarenVenster en 't Hoogt.

We gingen ook naar de film met de drie hoofdrolspelers van Niemand in de stad. Dat liep een beetje uit de hand.

Eden van der Moere

Eden studeert Linguistics aan Universiteit Leiden, brengt hele dagen door met haar neus in de leesboeken en bezoekt menig concertzaal als schrijfster voor 3VOOR12 Rotterdam. Kostuumdrama’s, roze Wes Anderson-werelden en griezelige sprookjes stemmen haar oude ziel intens gelukkig.

Gerelateerde films

Tip van Lauren

Niemand in de stad

‘Kwetsbare corpsballen, echte vrienden en de stad Amsterdam. Wat is het fijn om door de lens van Michiel van Erp te mogen kijken.’

25 jaar Michiel van Erp: I am a Woman Now (2011)

Michiel van Erp portretteert vijf transseksuele vrouwen op leeftijd.

25 jaar Michiel van Erp: Pretpark Nederland (2006)

Een verbazende en ontroerende blik op de vermaakindustrie van modern Nederland.