Ook dit jaar kijken we onze ogen uit op het IFFR, waar nieuw talent even triomfantelijk wordt onthaald als de oude rotten in het vak. Deze nieuwe aanwas is niet bang het allemaal nét even anders te doen. Dat geldt zeker ook voor Mateo Vega, die met zijn short Er is een geest van mij (2021) dwars door de tweedeling tussen film en beeldende kunst heen snijdt. 
Met drie korte films in de planning voor 2021, waarvan ééntje meedingt in IFFR's Ammodo Tiger Short Competition, zou je bijna vergeten dat Mateo Vega nog studeert. Niet aan een filmacademie, maar aan het Sandberg Instituut in Amsterdam: een kunstopleiding.
Waarom koos je als filmmaker voor het Sandberg Instituut?
‘Als maker vond ik het interessanter om mezelf niet meteen binnen de filmwereld te plaatsen, om zo een iets bredere blik te hebben die als het ware tussen werelden inzit. Al wijs ik die filmwereld zeker niet af. Ik kan de structuur van de filmindustrie juist heel erg waarderen. Bijvoorbeeld de volgorde waarin projecten worden uitgevoerd. Er zijn bepaalde protocollen waar je op terug kunt vallen, dus je hoeft niet telkens het wiel opnieuw uit te vinden als je aan een project werkt. Dat kan fijn zijn, aangezien je dan meer tijd overhoudt voor artistieke keuzes.’
De foto's in dit artikel zijn deze week gemaakt door Mateo Vega, op de dag van zijn online première op het IFFR. Hier zie je hem in de ‘première hangout’. 
En welke werkwijze neem je mee uit je kunstachtergrond?
‘Er is een geest van mij is op een hele autonome manier tot stand gekomen. Het proces was veel meer uitgespreid en gevoelsmatig dan wat mogelijk is bij een fictiefilm, waarbij je heel georkestreerd mensen samen moet brengen om het geheel van de grond te krijgen. Ik heb het camerawerk, de edit en delen van het geluid zelf gedaan. Ik werkte niet vanuit een filmplan of script. Ik kwam er gaandeweg achter waar de film over ging, wat voor soort beelden ik samen kon brengen en welke onderwerpen aan bod zouden komen in de tekst. Het was voor het eerst dat ik zoiets intuïtiefs heb gemaakt.’
Had je meteen voor ogen dat het een film zou worden?
‘Nee, het werk is ontstaan vanuit een idee voor een gedicht. Daarin wilde ik het motief van een geest gebruiken om te praten over toekomsten die nooit zijn uitgekomen. Of een realiteit die zich nooit heeft gemanifesteerd. Deels vanuit persoonlijk perspectief, maar gaandeweg kreeg het ook steeds meer een politieke inslag. Deze interesse voor een onvoltooide toekomst kwam voort uit een gevoel dat door de pandemie alleen maar is versterkt. Een gevoel van teleurstelling: je had eigenlijk meer gehoopt voor de toekomst. Voor mij gaat de film ook over een rouwproces, over sociale toekomsten en neoliberale beloftes van vooruitgang die niet zijn uitgekomen. Het benoemen van die rouw, nodigt hopelijk uit tot een kritische houding tegenover de huidige politiek. Maar het zet je ook aan het denken over alternatieve toekomsten.’
Het gedicht dat is terug te horen in de film, wordt voorgedragen in het Nederlands en het Spaans. Was dat ook een intuïtieve keuze?
‘De eerste versie van de short heb ik gemaakt in Peru, het land waarvandaan ik als kind naar Nederland ben verhuisd. Ik was daar toen op kunstresidentie, sprak de hele dag Spaans en raakte helemaal ondergedompeld in de stedelijke context van Lima. Ik was het gedicht in Nederland begonnen, in het Nederlands. Maar door die andere omgeving voelde het logisch om daar in het Spaans verder aan te werken. Dat ging heel natuurlijk en al snel besefte ik dat ook heel goed kan passen in zo'n werk. Daarnaast versterkt de tweetaligheid het idee dat er verschillende mogelijke verhaallijnen en toekomsten in één persoon zitten.’
En hoe ben je uiteindelijk vanuit Peru met je film bij het IFFR terechtgekomen?
‘In Peru heb ik de film in besloten kring gepresenteerd als installatie, in de vorm van een loop, geprojecteerd op een muur. Een latere versie heb ik als experiment in een installatie op twee schermen vertoond. Vorig jaar zag ik tussen de Tiger Shorts op IFFR veel grensverleggende en experimentele korte films. Toen dacht ik, hier past mijn werk wel tussen. En nu, tijdens de wereldpremière op IFFR, is Er is een geest van mij voor het eerste te zien als ‘film’. Ik vind het heel vet dat een werk zowel op IFFR te zien kan zijn, als in de vorm van een kunstinstallatie.’
En als we het hebben over beloofde toekomsten, levert deelname aan een filmfestival als het IFFR nieuwe kansen op?
‘Zeker. Het IFFR is het grootste festival waar ik mijn werk heb vertoond. Ik kreeg na mijn selectie meteen mails van andere festivals die mijn film wilden hebben. EYE neemt Er is een geest van mij mee in een catalogus die ze promoten in het buitenland en LIMA, een mediakunstinstelling in Amsterdam, gaat mij vertegenwoordigen. Dat zijn allemaal dingen die door zo'n selectie op het IFFR opeens mogelijk zijn. Dat is super, ik ben daar heel dankbaar voor. Want uiteindelijk wil ik natuurlijk graag films blijven maken en door blijven groeien in een hele brede zin.’
---
Er is een geest van mij is nog tot vrijdagmiddag 5 februari (17:00 uur) online te zien op IFFR in het verzamelprogramma Ammodo Tiger Short Competition 1.
Met de kortingscode die je vindt in onze nieuwsbrief van vorige week donderdag (28 januari) betaal je € 5,50 voor een thuisticket. Meer informatie over alle films die je met Cineville-korting kan bekijken vindt je hier.