Hij zegt het alsof het de normaalste zaak van de wereld is, boven een bordje Thais, alsof hij zijn kinderen op de hoogte stelt van een yogales die hij morgen gaat proberen: Jan wil dood. Niet omdat ’ie ziek is of pijn heeft, maar gewoon, omdat het goed is zo. Hij heeft het benodigde middel al in huis, online besteld. Alleen de datum moet nog geprikt worden.
Interview
Floor van der Meulen over Pink Moon: ‘Het is in onze maatschappij niet per se leuk om oud te worden’

Met haar speelfilmdebuut Pink Moon maakte filmmaker Floor van der Meulen afgelopen zomer grote indruk op het Tribeca Festival in New York: de jury beloonde de film met een speciale vermelding binnen de categorie Best New Narrative Director. Een paar weken later, op een Hollands terrasje, spraken we haar over haar film, gerimpelde grijze mannetjes en voltooid leven.

Pink Moon
Het speelfilmdebuut van regisseur Floor van der Meulen over een vader die graag dood wil en zijn dochter die wil weten waarom.
In Pink Moon, het speelfilmdebuut van Floor van der Meulen (The Last Male on Earth), vindt Jan het een volkomen logisch iets – dood willen. Zijn dochter Iris denkt daar anders over: hoezó wil haar vader ineens niet meer? Ze weigert zich bij Jans keuze neer te leggen en probeert hem te overtuigen dat hij gewoon kan en moet blijven leven, al is het maar voor even.
Het verhaal van Pink Moon is in de kern vrij simpel: Iris probeert het verlies van haar vader te verwerken terwijl hij nog voor haar neus staat. Maar daaromheen zweven discussies over voltooid leven, ouderenzorg en autonomie, en over de onwil (of onkunde?) van mensen om eerlijk te praten over de dood. Van der Meulen benadert het allemaal met een vriendelijke alledaagsheid, waardoor het uitspreken van een doodswens bijna net zo behapbaar wordt als een bordje pad thai. ‘Er zit een soort Hollandse nuchterheid in de film,’ vertelt ze als we haar spreken op het terras van Het Ketelhuis in Amsterdam, vlak voor de Nederlandse première. Die nuchterheid is het resultaat van talloze gesprekken tussen haar en scenarioschrijver Bastiaan Kroeger. ‘Ik maak zowel documentaires als fictie, dus ik grijp mijn inspiratie uit het leven, uit gesprekken met vrienden en familie. De taal waarmee Bastiaan en ik het leven observeren en bespreken, is de taal van Jan en zijn familie geworden. Bastiaan is een waanzinnige vakman, die heel goed dat kleinmenselijke drama weet te beschrijven. De dialogen zijn echt zijn verdienste.’
Het feit dat Kroeger en Van der Meulen samen zoveel aan het script hebben geschaafd maakt dat Pink Moon verfrissend natuurlijk aanvoelt, anders dan veel andere Nederlandse films – zeker die over zware thema’s. ‘De taal van film voelt vaak zo ‘geschreven’, dat is juist wat we niet wilden. In ons script zitten ellenlange scènes met dialoog, maar we rammen het er in een hoog tempo doorheen. Zomaar een gesprek aan de eettafel schiet op die manier over en weer.’ Om het script levendig te houden, werkten de twee al tijdens het schrijven samen met acteurs, die de rollen lazen en speelden. ‘Zo konden we luisteren naar wat wel en niet aansloeg, wat krampachtig overkwam. Als je je eigen script terughoort, komt het meer tot leven. Wat voor familie is dit, hoe praten ze met elkaar? Praten ze door elkaar heen? Wat voor energie hangt er aan zo’n eettafel?’
We rammen de dialoog er in een hoog tempo doorheen
Pink Moon ging in première tijdens het Tribeca Festival in New York, waar die Hollandse nuchterheid ook bleek aan te slaan bij een internationaal publiek. ‘Het is heel bemoedigend dat ik als Nederlandse filmmaker een verhaal kan vertellen dat zich grotendeels hier afspeelt, maar een internationaal publiek aanspreekt. Ondanks het Nederlandse perspectief en de specifieke Nederlandse relatie tot de dood in de film, is het verlies van een ouder toch iets heel universeels. Mensen zijn verhalenvertellers, dat verbindt ons.’

Tussen de regels
Hoewel Pink Moon in New York met zoveel herkenning werd ontvangen, is de taal van de personages op-en-top Nederlands, vindt Van der Meulen. ‘Zodra het om zware onderwerpen gaat, gaan Nederlanders vaak de dialogen uit de weg. De Nederlandse taal en film hebben een moeizame relatie: daar komen al die verstilde films vandaan. In Pink Moon wordt veel gepraat, maar tussen de regels door wordt ook een hoop verzwegen. De grotere boodschap ligt niet in de dialoog, maar juist daartussen.’ Het is een weerspiegeling van hoe Van der Meulen en Kroeger naar de Nederlandse cultuur kijken: ‘We praten wel, maar de echt moeilijke dingen gaan we uit de weg. Dan kiezen we voor een draaiboek, of houden we ons met allerlei andere structuren bezig om houvast te krijgen. Het emotionele gesprek vinden we te groots of te ingewikkeld.’
Zodra je de beslissing hebt gemaakt dat je dood wil, leef je op
Iris wil dat gesprek juist wel aangaan. Ze weigert haar vaders doodswens zomaar te accepteren. Niet zolang hij haar niet in klare taal kan vertellen waarom hij dood wil. ‘Het was voor Bastiaan en mij heel belangrijk dat Iris niet wegkijkt van de dood. Dat ze gewoon head first erin duikt. De manier waarop ze in verzet gaat, haar vader probeert te begrijpen en tegen zijn overtuiging in blíjft duwen, is een vorm van liefde. Uiteindelijk is de film een ode aan die liefde, aan die radicale intimiteit geworden.’
Iris’ koppigheid staat in contrast met het bijna absurde pragmatisme waarmee de rest van de personages de dood van de pater familias bekijkt. Broer Ivan gaat meteen aan de slag met een draaiboek voor de naderende sterfdag (er komt nog net geen datumprikker bij kijken), en Jan zelf heeft alvast een nieuwe voorraad van zijn zelfmoordmiddel ingeslagen (de vorige partij was bijna over de datum). ‘Het personage Ivan, die een protocol opstelt en Jans doodswens probeert te faciliteren, weerspiegelt wat we in de research tegenkwamen,’ vertelt Van der Meulen. ‘Zo gaan wij mensen blijkbaar met de dood om. Als je dood wil, en net als Jan zo’n middel wil bestellen, zijn daar hele handleidingen voor. De structuur van zo’n draaiboek geeft houvast, maar het zorgt er ook voor dat je belangrijke gesprekken vermijdt.’

Kiezen voor de dood
Door de research veranderde Pink Moon van een film over ondoorgrondelijke vaders en de angst voor het verlies van een ouder, naar een film waarin ook de discussie rondom voltooid leven wordt gevoerd. Van der Meulen zag haar eigen standpunt in die discussie langzaam veranderen: ‘Eerst dacht ik: als mensen voor de dood willen kiezen, is dat hun goed recht. Wie ben ik om te zeggen dat dat niet mag? Maar toen ik er dieper in dook, kreeg ik het gevoel dat daar een grotere angst of iets anders onder sluimert wat de keuze voor een voltooid leven motiveert. Door de research ben ik genuanceerder naar voltooid leven gaan kijken. Het is niet zo makkelijk te duiden. Ik ben verschoven van ‘ja, die keuze moet je hebben’, naar ‘die keuze is misschien helemaal niet zo vrijwillig als we denken’. Het wordt aangewakkerd door hoe we de maatschappij met elkaar hebben vormgegeven. Het is in onze maatschappij niet per se leuk om oud te worden. De focus ligt op jong, op zelfredzaamheid en autonomie. We willen niet afhankelijk zijn, onze kinderen niet belasten. We zijn angstig voor verpleeghuizen. Kiezen voor de dood is een manier om daar niet mee te dealen, terwijl je ook zou kunnen zeggen: oké, als ouderen zich niet gewaardeerd voelen, angstig zijn voor verpleeghuizen en afhankelijkheid, moeten we daar dan niet met z’n allen iets aan doen? Dat we kiezen voor autonomie en zelf onze dood bepalen, dat is één oplossing, maar zo gaan we het gesprek erover uit de weg. Dat is denk ik mijn hele pleidooi: laten we alsjeblíéft meer met elkaar in verbinding staan. En dan kun je altijd nog zeggen: mijn leven voelt voltooid, en dat is míjn keuze.’
Uiteindelijk is het Iris’ verhaal, haar coming-of-age
Waarom Jan zijn leven voltooid vindt, maakt Pink Moon dan ook niet helemaal duidelijk. Hij gedraagt zich niet als iemand die het leven heeft opgegeven:zelfs wanneer hij heeft besloten dat hij dood wil, blijft hij hardlopen. Hij speelt vol levenslust met zijn kleinkinderen. Tijdens een tripje met Iris rent hij naakt de sneeuw in, want dat is goed voor z’n bloedsomloop. ‘Dood doet leven,’ is de motivatie die Van der Meulen daarachter geeft. ‘Zodra je de beslissing hebt gemaakt dat je dood wil, leef je op. Ga je misschien nog voller leven. De mens is paradoxaal. Je gaat dood, maar wil tegelijkertijd fysiek fit blijven. Why? Waarom doen we dat? Goed je kist in willen gaan? Het is echt onbegrijpelijk, maar het zit blijkbaar heel diep in ons. Dat Jan dood wil betekent volgens mij niet dat voor hem het leven vlak of grijs is. Hij is niet depressief. Er zijn echt nog wel momenten waar ‘ie van geniet.’
Vragen zonder antwoord
Hoe vaak Iris haar vader ook vraagt waarom hij dood wil: ze krijgt geen duidelijk antwoord. Van der Meulen: ’Jans keuze blijft ambigu. Het is namelijk niet mogelijk om het helemaal uit te leggen. Het leven is niet mooi rond, we hebben niet op alles een antwoord. Uiteindelijk is het Iris’ verhaal, haar coming-of-age. Ze moet loskomen van haar vader en op eigen benen komen te staan. Soms moet je, zelfs al ben je al volwassen, nog beseffen dat je ouders ook hun eigen individu zijn.’
We hebben besloten dat Jan een wens heeft die niet te bevatten is
Is het niet frustrerend, een film maken over een persoon die je nooit écht kunt leren kennen? ‘Die frustratie was het uitgangspunt. We hebben tijdens het schrijven besloten dat Jan een wens heeft die niet te bevatten is. Je ziet het bijna nooit in films, zo’n rechtlijnig personage dat niet evolueert. Het zou goed kunnen dat ik Jan volledig begrijp als ik straks 75 ben. Nu niet, nu ben ik Iris.’ Hoe zorg je er dan voor dat zo’n personage geen onuitstaanbare lul wordt? ‘Dat was voor ons de grootste uitdaging. Ook wat betreft de casting: wie kan zo’n rol dragen zonder de grootste klootzak ever te worden? Want Jan houdt wel van zijn kinderen, hij is geen machine. Het is een man met empathie. Op die manier hebben we met zijn karakter gespeeld. Maar het was voor ons wel duidelijk dat hij van openingsscène tot eindscène één lijn moest hebben. Het zou ook niet fair zijn om daar aan te tornen, dan zouden we ons hele verhaal onderuit halen. Het voelde voor ons trouw aan het leven: er is niet overal een antwoord op. En met die onwetendheid moeten we leren leven.’

The Last Male on Earth
Even was hij wereldnieuws: Sudan, de allerlaatste noordelijke witte neushoorn op aarde.
Oude grijze mannetjes
Toch blijft Van der Meulen films maken die zoeken naar antwoorden op precies die vragen. Films over vergankelijkheid en sterfelijkheid, en over de mensen die zich daartegen verzetten. Haar vorige film, The Last Male on Earth, volgt een groepje mensen die net als Iris alles op alles zetten om het leven van een oud, witgrijs, gerimpeld mannetje te redden – alleen ging het daar om een uitstervende neushoorn, niet om een mensenvader. ‘Als je naar mijn werk kijkt zit er inderdaad een rode draad van de dood in. Dat is blijkbaar een bepaalde angst of fascinatie van me. Jan en de neushoorn lijken ergens ook wel op elkaar: de huid van die neushoorn is helemaal gebarsten, en dan heb je Jan met zo’n mooi, geleefd lichaam. Ze hebben allebei hele heldere, levendige ogen. Jan is ook een soort last male standing. De twee films zijn via heel veel lijntjes met elkaar verweven: Iris is in haar werk bezig met de levenskwaliteit in Kenia, waar ik toen was om die neushoorn te filmen. Zoals de mens in The Last Male on Earth vecht voor het voortbestaan van die soort, vecht zij voor het leven van haar vader.’
Een film over voltooid leven, van een regisseur met een onverklaarbare fascinatie voor de dood, dat kán hele zware kost worden. Maar Van der Meulen wil vooral ook dat je een beetje lol hebt tijdens het kijken. ‘Ik zeg vaak vooraf bij screenings: je mag ook lachen. De film schuurt, is soms ongemakkelijk en pijnlijk, maar op momenten ook luchtig. Dat zit in de dynamiek die Iris met haar broer heeft, en met de absurditeit van de dood. Soms weet je niet goed of je moet lachen of huilen. Het spel van Julia Akkermans, die Iris speelt, hielp daar ook heel erg bij. Ik hoop dat de film mensen raakt en tot nadenken aanzet, maar ik wil ook dat iedereen gewoon een toffe film gezien heeft. Wees niet bang dat we je anderhalf uur lang de keel dichtknijpen. Het is een rollercoaster!’
Credit openingsfoto: Daphne Lucker
Jente doet graag alsof ze een enorm verfijnde smaak heeft, maar in werkelijkheid geldt vaak: hoe slechter de film, des te meer ze ervan geniet.