En dus bleef het land achter in angst: er loopt een onbekende gek rond, die willekeurige meisjes van hun fiets trekt. Die angst was ook in Nederland goed te voelen en de foto’s van verdwenen meisjes zoals Laetitia en Sabine waren ook hier dagelijks op het nieuws te zien. De ontlading was dan ook groot toen Dutroux en zijn handlangers, waaronder zijn echtgenote Michelle Martin, in 1996 eindelijk werden opgepakt. De zwaar mishandelde en misbruikte Laetitia en Sabine waren de enige overlevenden.
De omvang en aard van de zaak, waarbij de kinderen niet alleen waren ontvoerd, maar ook verkracht en vermoord, laat tot de dag van vandaag een diep trauma achter in België. Hoe kan het dat Dutroux, ondanks eerdere veroordelingen, zo lang vrij rond kon lopen? Waarom verliep het politieonderzoek zo chaotisch? Ging het om tegenwerking van hogerhand?
Ik wilde terugkeren naar de gedachtes en gevoelens die ik had toen de zaak speelde
Regisseur Fabrice Du Welz (Calvaire, Inexorable) vindt dat het tijd is om het trauma onder ogen te zien. In zijn nieuwe film Maldoror, een fictieve adaptatie van de zaak Dutroux, laat hij de exacte details varen en legt hij de focus op de emoties die de zaak los heeft gemaakt bij het Belgische volk. Dutroux heet niet Dutroux maar Dedieu; Justitie is al dan niet betrokken bij complotten; de jonge politie-agent Paul Chartier is het geweten van België, die als enige échte gerechtigheid lijkt te willen voor de slachtoffers. Zelfs als hij hiervoor alles op moet geven.
‘De zaak Dutroux is onze 11 september’, vertelt Du Welz, als we hem spreken op het International Film Festival Rotterdam. ‘Een trauma dat zo diep gaat dat we het het liefst wegstoppen, omdat we ons er zo voor schamen en omdat het ons zo bevuild heeft. We lijden aan een soort collectieve vergeetachtigheid. Tegelijkertijd vind ik dat we het aan de jeugd verschuldigd zijn om ze uit te leggen waarom hun ouders zo angstig zijn. Waarom je niet langer in je eentje de straat op mag om te spelen of om iets lekkers te halen.’
In de film ga je enerzijds met de feiten aan de haal en is anderzijds overduidelijk dat het over de zaak Dutroux gaat. Welke verantwoordelijkheden komen er kijken bij het hervertellen van een nationaal trauma?
‘Natuurlijk heb ik een bepaalde verantwoordelijkheid tegenover de slachtoffers, hun familie en mensen die de zaak van dichtbij hebben meegemaakt. En ergens heb ik ook een verantwoordelijk tegenover mezelf. Net als voor de Belgen om mij heen, is het ook mijn verhaal. Met Maldoror wilde ik een film maken over de impact die de zaak heeft gehad. Ik wilde terugkeren naar de gedachtes en gevoelens die ik had toen de zaak speelde. Ik was toen begin twintig en ik kon aan alles merken dat niets meer hetzelfde zou zijn. Je kon de verandering ruiken op straat, bij je familie of in de gesprekken.’
‘Als groot liefhebber van cinema, wilde ik het verhaal van Dutroux en zijn slachtoffers benaderen met de tools van een tragedie. Ik wil identificatie mogelijk maken, om de kijker een vorm van catharsis te bieden in dit tragische verhaal. Want het lukt ons maar niet om dit trauma te verwerken. Ook wil ik een discussie faciliteren tussen mijn generatie en een jongere generatie. De jongeren van nu voelen in alles de gevolgen van het trauma, maar het beestje wordt nooit letterlijk bij de naam genoemd. Daar zijn hun ouders nog niet klaar voor. Door het verhaal fictief te maken en daarmee afstand te creëren, wil ik dat gesprek wél mogelijk maken.’