Onze website heeft een nieuw jasje! Lees hier meer over de veranderingen.

Interview

Fabrice du Welz over Maldoror: ‘Ik wil niet pompeus overkomen, maar met deze film wil ik het nationale trauma helen’

Na de zaak Dutroux – waarbij kinderverkrachter en -moordenaar Marc Dutroux jarenlang zijn gang kon gaan – was België nooit meer hetzelfde. Met zijn film Maldoror gaat regisseur Fabrice du Welz aan de haal met de feiten en probeert hij het gesprek over dit nationale trauma opnieuw op gang te krijgen. ‘De jongeren van nu voelen in alles de gevolgen van toen, maar het beestje wordt nooit bij de naam genoemd.’ 

Geen snoepjes van vreemden aannemen, niet alleen langs de bosjes fietsen en hard wegrennen als een busje plotseling naast je stopt. Zomaar een rijtje ouderlijke waarschuwingen die Belgische kinderen te horen kregen in de nasleep van de zaak Dutroux, in de jaren 90 en misschien wel nog steeds.

In 1989 werd Marc Dutroux veroordeeld voor de ontvoering en verkrachting van minstens vijf kinderen en jonge vrouwen. Na zijn vervroegde vrijlating in 1992, volgden nog vele andere slachtoffers in België en Slowakije. Ondanks de vele gelijkenissen met Dutroux’s eerdere zaken, slaagde de Belgische politie er aanvankelijk niet in om de nieuwe vermissingen aan hem te linken. De landelijke en lokale politie deelden weinig informatie met elkaar; de verschillende politiecorpsen wilden zelf niets met elkaar te maken hebben.

Maldoror

België, 1995. De verdwijning van twee meisjes houdt heel het land bezig, en drijft één politieagent in het bijzonder tot waanzin.

En dus bleef het land achter in angst: er loopt een onbekende gek rond, die willekeurige meisjes van hun fiets trekt. Die angst was ook in Nederland goed te voelen en de foto’s van verdwenen meisjes zoals Laetitia en Sabine waren ook hier dagelijks op het nieuws te zien. De ontlading was dan ook groot toen Dutroux en zijn handlangers, waaronder zijn echtgenote Michelle Martin, in 1996 eindelijk werden opgepakt. De zwaar mishandelde en misbruikte Laetitia en Sabine waren de enige overlevenden.

De omvang en aard van de zaak, waarbij de kinderen niet alleen waren ontvoerd, maar ook verkracht en vermoord, laat tot de dag van vandaag een diep trauma achter in België. Hoe kan het dat Dutroux, ondanks eerdere veroordelingen, zo lang vrij rond kon lopen? Waarom verliep het politieonderzoek zo chaotisch? Ging het om tegenwerking van hogerhand?

Ik wilde terugkeren naar de gedachtes en gevoelens die ik had toen de zaak speelde

Regisseur Fabrice Du Welz (Calvaire, Inexorable) vindt dat het tijd is om het trauma onder ogen te zien. In zijn nieuwe film Maldoror, een fictieve adaptatie van de zaak Dutroux, laat hij de exacte details varen en legt hij de focus op de emoties die de zaak los heeft gemaakt bij het Belgische volk. Dutroux heet niet Dutroux maar Dedieu; Justitie is al dan niet betrokken bij complotten; de jonge politie-agent Paul Chartier is het geweten van België, die als enige échte gerechtigheid lijkt te willen voor de slachtoffers. Zelfs als hij hiervoor alles op moet geven.

‘De zaak Dutroux is onze 11 september’, vertelt Du Welz, als we hem spreken op het International Film Festival Rotterdam. ‘Een trauma dat zo diep gaat dat we het het liefst wegstoppen, omdat we ons er zo voor schamen en omdat het ons zo bevuild heeft. We lijden aan een soort collectieve vergeetachtigheid. Tegelijkertijd vind ik dat we het aan de jeugd verschuldigd zijn om ze uit te leggen waarom hun ouders zo angstig zijn. Waarom je niet langer in je eentje de straat op mag om te spelen of om iets lekkers te halen.’

In de film ga je enerzijds met de feiten aan de haal en is anderzijds overduidelijk dat het over de zaak Dutroux gaat. Welke verantwoordelijkheden komen er kijken bij het hervertellen van een nationaal trauma? 

‘Natuurlijk heb ik een bepaalde verantwoordelijkheid tegenover de slachtoffers, hun familie en mensen die de zaak van dichtbij hebben meegemaakt. En ergens heb ik ook een verantwoordelijk tegenover mezelf. Net als voor de Belgen om mij heen, is het ook mijn verhaal. Met Maldoror wilde ik een film maken over de impact die de zaak heeft gehad. Ik wilde terugkeren naar de gedachtes en gevoelens die ik had toen de zaak speelde. Ik was toen begin twintig en ik kon aan alles merken dat niets meer hetzelfde zou zijn. Je kon de verandering ruiken op straat, bij je familie of in de gesprekken.’

‘Als groot liefhebber van cinema, wilde ik het verhaal van Dutroux en zijn slachtoffers benaderen met de tools van een tragedie. Ik wil identificatie mogelijk maken, om de kijker een vorm van catharsis te bieden in dit tragische verhaal. Want het lukt ons maar niet om dit trauma te verwerken. Ook wil ik een discussie faciliteren tussen mijn generatie en een jongere generatie. De jongeren van nu voelen in alles de gevolgen van het trauma, maar het beestje wordt nooit letterlijk bij de naam genoemd. Daar zijn hun ouders nog niet klaar voor. Door het verhaal fictief te maken en daarmee afstand te creëren, wil ik dat gesprek wél mogelijk maken.’

Zolang mensen over de zaak praten en hun perspectieven delen, is mijn missie geslaagd

‘Ik wil niet pompeus overkomen, maar met deze film wil ik het nationale trauma helen. Althans, ik wil er een bijdrage aan leveren, door het gesprek erover mogelijk te maken. De Belgische samenleving is complex en cultureel gescheiden, maar dit trauma verbindt ons. Een gesprek hierover kan ons dichter bij elkaar brengen, ook als land. Het is niet zo dat ik die discussie wil leiden. Mensen mogen er zelf hun invulling aan geven. Sommige mensen vinden dat de film te erg meegaat in de complottheorieën die destijds rondgingen over de zaak. Dan denk ik: prima, dat mag je vinden, en hopelijk leidt het tot een gesprek waarin je aan je naasten uitlegt waarom jij er niet in gelooft. Zolang mensen over de zaak praten en hun perspectieven delen, is mijn missie geslaagd.’ 

Hoe ben je tot deze versie van het verhaal gekomen, waarin politieman Paul de hoofdrol speelt?

‘Ik wilde in deze film het realisme omarmen en België in al haar complexiteit weergeven. Paul komt uit de arbeidersklasse. Ik wilde zijn leefwereld zo realistisch mogelijk neerzetten. Als er muziek klinkt, moet dit muziek zijn die past in zijn werkelijkheid. In Zuid-België, waar de film zich afspeelt, zijn veel Italiaanse immigranten, zoals de schoonouders van Paul. Zij verhouden zich op hun eigen manier tot de Belgische cultuur en gebruiken, wat een extra dimensie geeft aan het verhaal. In de film besteden we veel tijd met hen en zien we hoe ze Paul opnemen in hun gemeenschap, maar hoe hij ook een buitenstaander blijft.’ 

Paul representeert een idee van België zoals we hadden kunnen zijn

‘Naarmate de tijd verstrijkt, laat de film het realisme los en wordt de vertelling steeds expressionistischer. We raken steeds dieper ondergedompeld in Pauls obsessieve gedachtes en gedrag. We zien hoe Paul de binding met zijn gemeenschap verliest, hoe hij steeds meer kwijtraakt. Het enige wat hij behoudt is zijn eigen integriteit. Die integriteit wilde ik teruggeven aan het Belgische volk. Paul representeert een idee van België zoals we hadden kunnen zijn. Een land waarin de gewone man centraal staat. Waarin we ons bezig houden met het opbouwen van een gemeenschap, waarin het kwaad wordt aangepakt en het goede wordt gestimuleerd. Maar wat is het kwaad precies? Is het een man die kinderen ontvoert en in een kelder stopt? Is het een politie-agent die weigert informatie te delen in een onderzoek? Het kwaad is niet zwart-wit, maar verandert naarmate je in de verschillende schillen van de samenleving terechtkomt. Die ambiguïteit vind ik fascinerend. Met deze film hoop ik ook daarover een gesprek mogelijk te maken.’ 

Maan

Ik heb een zwak voor films uit het magische uur. Wankelmoedig, nieuwsgierig of vastberaden het schemerdonker tegemoet. Niet wetende hoe lang de nacht zal duren.

Gerelateerde films

Maldoror

België, 1995. De verdwijning van twee meisjes houdt heel het land bezig, en drijft één politieagent in het bijzonder tot waanzin.