Joker

‘Komt een clown bij de dokter. Zegt de clown: Niemand moet om mij lachen, ik woon nog bij mijn moeder, ik ben op straat in elkaar getrapt, ik heb een aandoening waardoor ik op willekeurige momenten zo hard en zo lang moet lachen dat het pijn doet, en ik ben gisteren ontslagen. Zegt de dokter: Ik ben wegbezuinigd en kan je niet meer helpen. Oef. Er valt niets te lachen in Joker, het langverwachte, op zichzelf staande portret van de man die we kennen als opruiende en maniakaal gierende supertegenstander van superheld Batman. Joker heet hier Arthur Fleck en leeft in een wereld waarin de kloof tussen arm en rijk blijft groeien, waarin het ieder voor zich is en een moordende grapjas op het schild wordt gehesen als boegbeeld van een volksopstand. We werden er naar van. En boos. En ongemakkelijk. Is dit plat? Is dit geniaal? De makers van The Hangover verfilmden het leven van een stripfiguur en maakten zo een van de spraakmakendste films van het jaar. Hahaha.’